2335 22 DECEMBER 1983 het intentiebesluit genomen om de kwestie van de schuldsanering en de schuldbemiddeling enerzijds te koppelen aan het bieden van een oplossing voor de woonlasten, voor zover dat althans op lokaal niveau mogelijk is, en anderzijds een instituut tot stand te brengen dat past in de gegroeide ge dachte omtrent de kredietbank. Op dat moment ging de V.V.D. een andere weg op, want die is van oor deel dat deze handel niet bij de kredietbank moet worden gelegd, maar bij de sociale dienst. Ik kan echter een aantal argumenten aanvoeren om dat niet te doen. In de eerste plaats de heer De Werd heeft daarop terecht gewezenzal een com pensatie moeten worden gevonden voor het risico dat wordt gelopen, wat betekent dat commercieel zal moeten worden opgetreden, hetgeen de sociale dienst niet kan. Ik heb vandaag nog aan de afde ling financiën de vraag voorgelegd wat het voor de tekortpositie van de kredietbank zou betekenen indien het voorstel van de V.V.D. zou worden ge volgd. Zonder daarvoor de hand in het vuur te kunnen steken gaf de afdeling financiën aan dat dit, op de hand gewogen, zou leiden tot een ver hoging van het tekort met ongeveer een ton. Ik weet dat dit arbitrair is, maar een dergelijk ge volg zou het toch wel hebben. Wanneer dus de com merciële activiteiten zouden worden ingeleverd zou de kans op grotere tekorten toenemen. Er is nog een derde argument, dat anderen wellicht min der zwaar zullen wegen. In deze tijd wordt ge praat over reorganisatie en zoals u allen weet zal in dat kader ook het smoel van de sociale dienst, om het zo maar even te zeggen, in de ko mende maanden en jaren ter discussie komen. Ik vind dat op dit moment daarom geen componenten aan de sociale dienst moeten worden toegevoegd, die straks het maken van een bepaalde keuze zou den kunnen bemoeilijken; ook dat speelt voor ons mee. Er ligt nu een voorstel voor ten aanzien waarvan wij na diepgaande discussies met de soci ale dienst, de afdeling financiën en in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2335