22 DECEMBER 1983 2336 de college tot de conclusie zijn gekomen dat het op ds deze manier kan. Aan de andere kant kan ik niet 'oor voorspellen dat binnen de gegeven cijfers op de -1 langere termijn dit bestuurlijk voornemen blij- ■t vend kan worden uitgevoerd; die garantie kan ik 9e_ niet geven. Daarom ben ik het met iedereen eens rin9 die zegt dat de raad na het nemen van het voorge- 'or~ legde besluit de vinger aan de pols moet kunnen loet houden. Laten we overigens de termijn in dezen kan wat genuanceerd bezien, want nu kan niet worden gesteld dat een evaluatie of iets van dien aard na acht of negen maanden moet kunnen worden uit- 'm_ gebracht. Als de raad vandaag besluit tot de :o voorgestelde opzet van de kredietbank, zal er eerst een opstartperiode volgen, zal een nieuwe le directeur moeten worden aangetrokken en zal in— le_ derdaad het acquisitiebeleid vorm moeten krijgen. ,r Wij hebben die zaken op dit moment nog niet op de !nen rijomdat wij vinden dat die in nauw overleg met fe~ de nieuwe directeur moeten worden geregeld. Dit betekent nadrukkelijk niet dat ik nu al de eerste kredietoverschrijding signaleer. Wel moeten wij !r~ de financiële grenzen die op dit moment in het kader van de besluitvorming worden aangegeven re- ge- lativeren in die zin dat er wellicht meer geld :°m- nodig zal zijn, maar alsdan zal de raad over in- L houdelijke informatie beschikken om te kunnen be- ■s oordelen of hij het beschikbaar stellen van dat 'in- extra geld de moeite waard vindt; dat is eigenlijk de "wal en schipkwestie" in mijn verhaal. Verder meen ik dat de heer Bokkelkamp met wat technische problemen zou kunnen worden geconfron- -o- teerd in verband met zijn stelling dat de proble matiek van de tussen wal en schip geraakte mensen I in geval van opheffing van de kredietbank in gro- II te mate kan worden opgelost met leenbijstand. Ik >u- ben van mening dat behalve de mensen die daarop ®s een beroep kunnen doen nog sprake is van een gro te categorie die niet direct >ci- De heer BOKKELKAMP: In mijn amendement is te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2336