2339
22 DECEMBER 1983
duidelijk dat de financiële onderbouw in feite
krakkemikkig is. U laat het niet bij die
125.000,want u geeft toe dat daar nog ver
bovenuit kan worden geschoten.
De VOORZITTER: Nu moet u mij toch wel goed
citeren
De heer DREEF: De zaak is het toet ^ard dat
daarvoor meer geld wordt uitgetrokken? Dat is
toch in het belang van de betreffende mensen?
De VOORZITTER: Voor alle duidelijkheid wijs
ik erop dat ik niet heb gezegd dat vei wuven de
125.000,kan worden uitgeschoten. Ik mijn be
toog heb ik alleen aangegeven het wat flauw te
vinden die 125.000,nu als een star en vast
gegeven te zien. Wanneer wij in het kader van het
de vinger aan de pols houden bij de raad komen
met het verzoek bijvoorbeeld 5.000,meer be
schikbaar te stellen moet men daartoe ook het lef
hebben en daarvoor niet te beroerd zijn. Daarom
heb ik redelijk wat moeite met dit onderdeel van
het amendement. Met het gestelde onder punt f van
het amendement hebben wijafgezien van de ver
melde termijn, uiteraard geen problemen.
Ten aanzien van het amendement van de P.S.P.
heb ik al namens het totale college verklaard dat
het onzes inziens zo niet moet.
Het lijkt mij verstandig dat thans de motie
en de amendementen in stemming worden gebracht en
het lijkt mij juist dat ik eerst de motie in stem
ming breng.
Hierna wordt de motie van de heer Bokkelkamp
in stemming gebracht en met 21 tegen 11
stemmen verworpen;
TEGEN stemmen: de heer Van den Wijngaard,
mevrouw Rattink, de heer Martens, mevrouw
Wouters-Kootstra, de heren Simons en De Zwart,
de dames Den Ouden-Jansen en Pellis, de