2343 22 DECEMBER 1983 De heer SIMONS: Wat ik zeg heeft direct met het voorstel te maken. Mede gelet op het feit dat ook de provincie duidelijk niet gelukkig is met deze locatie zullen wij tegen dit voorstel stem men. De heer DE BRUIJN: Ik wil een korte opmer king maken, in aanvulling op wat mevrouw Pellis heeft gezegd. Ik ben het met haar eens dat het krediet pas moet worden uitgegeven wanneer daar voor toestemming is ontvangen, maar wij willen verder nog de toezegging horen dat indien het nu voorgestelde al dan niet onverhoopt het ligt er een beetje aan hoe je er tegenaan kijktniet zou doorgaan, het krediet zal worden teruggescho ven naar de algemene middelen en niet binnen de betreffende portefeuille ter beschikking blijft voor eventuele andere activiteiten. Mevrouw PELLIS: Ik wil aan het eerder door mij gestelde nog de vraag toevoegen wanneer nade re berichten kunnen worden verwacht. Wethouder WELSCHEN: Er is nog geen uitspraak van G.S. bekend, al had die er zo langzamerhand wel moeten zijn. Het is echter wel bekend dat hieromtrent bij de provincie problemen bestaan, waarop wij ook hebben gereageerd. Wanneer de uit spraak bekend zal worden kan ik niet exact aan geven. Voorts kan ik zeggen dat veel woonwagenbewo ners belangstelling voor deze locatie hebben. Vanzelfsprekend wordt geen cent uitgegeven voordat wij zeker weten dat dit kan. De heer DE BRUIJN: Kan de wethouder op mijn vraag bevestigend antwoorden? Wethouder WELSCHEN: Wij zullen op dat punt de normale gemeentelijke regels volgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2343