2357 22 DECEMBER 1983 waardeert. Verder merkte de heer Koertshuis op dat het advies van de commissie jeugd en sport voor het college de aanleiding vormde om het oor spronkelijke voorstel te wijzigen. Hij voegde daaraan toe: "Het advies van de commissie was nog een vertegenwoordiger van de gebruikers voor te dragen, waarbij met name de grootste gebruiker is genoemd, die mede een honderdtal andere gebrui kers vertegenwoordigt, iemand van de sportvereni gingen. Dit advies is heel nadrukkelijk en una niem door de commissie gegeven en het staat niet expliciet in het voorstel. Ik hoop dat het niet vergeten wordt.". Wij zouden over dit voorstel lang of kort kunnen praten, maar ik wil volstaan met te zeggen dat wij na bespreking in de fractie van het voorstel van de V.V.D.-fractie hebben be sloten dat wij met dat laatste niet kunnen mee gaan. Wij willen het huidige voorstel handhaven en voor de voorstellen 1 en 2 de heren Gielen en Martens voordragen. De heer TAKS: Het is een collegevoorstel, geen V.V.D.-voorstel. De heer Dreef moet de stuk ken goed lezen. De heer DREEF: Het voorstel is tijdens het fractievoorzittersoverleg door de V.V.D. gelan ceerd. Van de zijde van mijn fractie is daarop ge zegd dat het nader binnen de fractie zou worden beoordeeld en overwogen. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Op dat ogenblik lag er al een collegevoorstel op tafel voor het ene zwembad. De VOORZITTER: Ik heb uit de mond van de heer Dreef als kandidaten de heren Gielen en Mar tens vernomen. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Ik wil voor de Wisselslag de heer De Bruijn en de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 2357