236 17 FEBRUARI 1983 indieners om het amendement in te trekken, op ba sis van solidariteit en met het oog op de manier waarop we de komende vier jaar met elkaar zullen moeten omgaan. Op 9 februari deed onze partijgenoot Arie van der Hek in de tweede termijn van het RSV-de- bat het ging toen onder meer over het boedel krediet voor de Machinefabriek Breda een uit spraak die mij nogal aansprak. Hij zei aan het adres van het C.D.A. en de V.V.D. dat het poli tiek ongehoord was zo'n motie in te dienen. Wij vinden het in het kader van de solidariteit bijna ongehoord dat de heren Taks en Hofsté bij dit agendapunt met hun amendement zijn gekomen. De heer DE WERD: Ik wil kort zijn, niet al leen omdat er al veel is gezegd, maar ook wel een beetje uit gêne. Die gêne komt aan de ene kant voort uit het feit dat je als kleine fractie een belangenpositie inneemt. Kort geleden konden we bijvoorbeeld het commentaar op jaarrekeningen niet laten uittypen: we moesten het in geschreven vorm presenteren. Zoiets zou kunnen worden opge lost als we over een kleine capaciteit beschikten om zulke dingen te laten verwerken. Aan de andere kant voel ik gêne ten opzichte van de gemeenschap omdat we hier ontzettend zitten te kibbelen en kissebissen over de vraag wie de paar duizend gulden waar het uiteindelijk om gaat bij zijn potje mag rekenen. Je kunt je afvragen of we el kaar het licht in de ogen wel gunnen en het gaat dan niet alleen om dit bedrag, maar ook om de commissieleden/niet-raadsleden ten aanzien van wie in feite dezelfde achtergrondfilosofie speelt jullie zoeken het zelf maar uit en bekijken het maar met elkaar. De solidariteit is voor mij niet zo erg duidelijk. Aan de stemmenverhouding zie ik straks wel hoe het nu precies met de solidariteit staat, maar het lijkt mij langzamerhand beter er over op te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 236