244 17 FEBRUARI 1983 structurele verhogingen, of, anders gezegd, voor een verdere nivellering van de aan de fracties toevallende bedragen. Aan het slot van het pread vies is sprake van een indexering, zonder dat wordt aangegeven welke vorm van indexering wordt bedoeld, en van het wegen van plaatselijke omstan digheden. Dit wijst in dezelfde richting. Wij wijzen de zojuist geschetste ontwikkeling af en wij wensen daarom ook niet de eerste stap in deze richting te zetten. Het amendement-Hofsté maakt een dergelijke ontwikkeling onmogelijk en bespaart college en raad de elk jaar terugkerende slag om de fractievergoedingen. Dat dit een goede zaak zou zijn, blijkt wel uit het debat van heden avond. Een jaarlijkse reprise van dit debat lijkt mij niet bijzonder wenselijk. Het amendement bevat naast het laten verval len van het bodembedrag nog een ander element dat onze instemming heeft. Het beoogt de handhaving van de gemeentelijke bijdrage aan het fractiever- goedingenfondszij het in een andere vorm en tot een aanzienlijk lager bedrag dan de huidige rege ling. Het is naar onze mening buitengewoon onbil lijk dat het collegevoorstel, gelet op de finan ciering van de fractievergoedingen uit de 20% op de raadsledenvergoeding, de kosten van het func tioneren van de fracties in feite volledig afwen telt op de raadsleden die geen wethouder zijn. Aan dat bezwaar komt het amendement tegemoet, zij het dat dit gebeurt ten laste van de algemene mid delen van de gemeente. De heer Hofsté heeft een suggestie gedaan om dit tot een oplossing te bren gen, welke suggestie naar ik meen misverstanden heeft gewekt. We kunnen mijns inziens het beste zeggen dat aanvaarding van het amendement tot con sequentie moet hebben dat een aanvullend beroep op de algemene middelen van de gemeente wordt ge daan. Dat staat min of meer op gespannen voet met de HUG-operatiemaar wij vinden dat de fracties door de getroffen maatregelen dusdanig gekortwiekt zijn, dat hun functioneren in optimale zin wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 244