17 FEBRUARI 1983
247
dan eens over de kwestie gesproken en de wethou
ders hebben begrijpelijkerwijs zich hun standpunt
voorbehouden. Zowel tegen de achtergrond van de
HUG-maatregelen als omdat men naar mijn mening
niet kan zeggen dat er geen algemene kosten zijn,
ook al zijn die niet exact te benoemen, lijkt het
mij het beste een bodem te leggen en het resteren
de bedrag over 39 raadsleden te verdelen. Een der
gelijke regeling lijkt mij rechtvaardig en juist.
Een en ander neemt niet weg dat het woord nu
aan de raad is. Ik zei al dat we hier spreken
over een aangelegenheid die duidelijk de raad
zelf regardeert, die, dames en heren, uw eigen
functioneren betreft en die wellicht uw eigen be
langen aangaat, zodat u er zelf een oordeel over
moet uitspreken.
Over de bodem nog een korte opmerking. Het
bedrag van 2.500,is een novum van nu, ont
staan in de zomer van 1982. Bij de eerste voor
stellen hadden bepaalde fracties zelfs een hoger
bedrag in het hoofd. De voorstellen van 1970 had
den een ander karakter. Bij het ontstaan van een
commissie die ik in het kader van de V.N.G. heb
mogen voorzitten is de regeling van 1970 verdwe
nen. Met wegvallen van de presentiegelden is een
vergoeding voor de fractieleden tot stand gekomen
en de gemeente Breda heeft gezegd: wij nemen daar
20% van terug, doen dat in een fonds, suppleren
10% extra uit de gemeentekas en het totaal zal
worden verdeeld. Dit is de situatie die zich heeft
voorgedaan. Nu wordt voorgesteld via het bedrag
van 2.500,opnieuw een fonds te vormen, een
fonds om de basiskosten te bestrijden. Ik geef de
heer Taks toe dat die basiskosten ongedefinieerd
en niet gepreciseerd zijn, maar ik heb toch het
gevoel dat er algemene kosten zijn die via de
2.500,zouden kunnen worden bestreden.
Ik zeg dit zoals ik het ervaar en zoals ik
het het laatste half jaar heb ervaren. Het lijkt
mij het beste over het amendement te stemmen. Ik
zou u willen vragen zich te beperken tot het