259 24 FEBRUARI 1983 HEER C.G. BERKHOUT, MEVROUW L. VAN BEUSEKOM-NIX EN DE HEREN G.J. DAMMER, J. DREEF, C.A. VAN DUIJL, J.P.M. GOOS, D.A. HENDRICKS, H.A. SCHURING, J.P.W.A.A.M. TAKS, J.G. TEN WOLDE EN J.A. VAN DEN WIJNGAARD. Voorzitter: DE HEER W.J.L.J. MERKX, burge meester. Secretaris: DE HEER J.P.A. VAN DEN DAM, gemeente secretaris. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 19 van het reglement van orde voor de ver gaderingen van de gemeenteraad. Hij spreekt hierna als volgt: Dames en heren. Het college van burgemeester en wethouders stelt het op prijs aan het begin van deze vergadering enige mededelingen te doen en in formatie te verschaffen over de ontwikkelingen die zich rond de Machinefabriek Breda voltrekken. Ons is gebleken dat ook van de zijde van de gemeente raad die informatie op prijs wordt gesteld. Wij van onze kant willen, voor zover dat mogelijk is, graag inlichtingen geven. Ik zal daartoe wethouder Sandberg in de gelegenheid stellen het woord te voeren. Het lijkt mij goed dat de mededelingen die hij zal doen in dit stadium voor kennisgeving worden aangenomen. Wethouder SANDBERG: In zijn vergadering van 10 februari heeft de raad een motie aangenomen die een drietal onderdelen bevatte 1. de raad gaf als zijn mening te kennen dat het kabinet een boedelkrediet aan de Ma chinefabriek Breda zou moeten verstrekken; 2. de raad verzocht het college al het moge lijke te doen om de Machinefabriek Breda een eerlijke kans op overleven te geven; 3de raad verzocht het college de motie ter kennis te brengen van het kabinet, de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 259