20 JANUARI 1983
25
10. bijlage nr. 8.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET VERLENEN VAN EEN EENMALIGE SUBSIDIE AAN
HET VORMINGSCENTRUM HET ELEMENT T.B.V. PAR
TIEEL LEERPLICHTIGE TURKSE EN MAROKKAANSE
MEISJES. (S)
De heer DE WERD: Op zich is dit uiteraard een
positief voorstel, maar er zijn toch twee punten
die ons bevreemden. In de eerste plaats is ons
bij navraag gebleken dat in diverse steden dezelf
de problematiek speelt. We spreken hier over een
landelijke regeling voor onderwijs aan buitenland
se meisjes. Met één leerkracht blijkt onvoldoende
aan alfabetisering en de eerste beginselen van de
Nederlandse taal te kunnen worden gedaan. Op het
ogenblik lost men dat op door gastdocentenuren in
te zetten, maar bij diverse instituten blijkt het
aantal van die uren ontoereikend te zijn. Ik heb
voorts begrepen dat de rijksoverheid per half ja
nuari een nieuw "potje" voor dit soort activitei
ten beschikbaar stelt, zij het incidenteel eenja
rig en met het links en rechts toekennen van gel
den. Het beleid dat eraan ten grondslag ligt is
heel onduidelijk.
In diverse steden gaat dit probleem knellen,
met als gevolg dat de onderwijsinstellingen die
zorg voor deze leerlingen hebben, bij de gemeen
ten aankloppen. Het effect is dan dat de gemeen
ten opdraaien voor bezuinigingen bij het rijk.
Het rijk, dat voor behoorlijk onderwijs moet zor
gen maar daarin tekort schiet, seint op deze ma
nier een stuk bezuiniging door naar de gemeente.
Wij hebben daar bezwaar tegen.
Aan de andere kant dient te worden gelet op
de situatie die is ontstaan en op de achterstand
van meisjes, zeker van buitenlandse meisjes. Ook
wijs ik in dit verband op het feit dat het toch al
problemen oplevert bij een instituut een groep te
krijgen die ook door de jaren heen wat continuï
teit heeft. Al met al zal ik vóór het voorstel