24 FEBRUARI 1983 262 men gedeeltelijk in de pers heeft kunnen lezen, heeft de directie ons voorgehouden dat de Machine fabriek Breda naar haar mening zal kunnen overle ven, zij het onder bepaalde condities. Vooralsnog heb ik geen reden om aan de juistheid van de op vatting van de directie te twijfelen. Eén van de bedoelde condities is dat een ex terne kapitaalinjectie in de risicodragende sfeer wordt gegeven, die naar ons voorlopig oordeel een omvang zal moeten hebben van ongeveer 6 miljoen. Ik teken hierbij aan dat voor het "overlevings- plaatje" als uitgangspunt wordt genomen dat de Ma chinefabriek Breda niet haar huidige omvang zal houden. Er zou een uurcapaciteit moeten zijn waar bij een afslanking met ongeveer 200 manjaren tot stand dient te komen. Dit betekent dat 214 mensen zouden moeten afvloeien. Om een goede oordeelsvor ming mogelijk te maken wordt op het ogenblik nade re studie ondernomen. De mensen die daarmee bezig zijn hebben de opdracht gekregen morgenavond om vijf uur aan de diverse participanten rapport uit tc brengen. Dit betekent dat wij gedurende het weekeinde en de maandag een voorlopig oordeel kun nen vormen. Als dan zal pas duidelijk worden welke rol de gemeente eventueel in het geheel zal kunnen vervullen. In ieder geval hebben wij afgesproken maandag aanstaande om kwart over drie op het pro vinciehuis bijeen te komen, onder leiding van de gedeputeerde, en dan oordeelsvorming uit te wis selen. Op dit ogenblik zijn er nog onvoldoende ge gevens om precies taak, plaats en functie van de gemeente te kunnen beoordelen en ik denk ook dat het oordeel mede afhankelijk zal zijn van het oor deel dat door anderen wordt ingebracht. In ieder geval wil ik nu zeggen ik mten dat de raad er recht op heeft dat te weten dat het college van burgemeester en wethouders, los van de feitelijke beoordeling van de situatie, die bij gebrek aan gegevens nog niet mogelijk is, heeft vastgelegd dat bij het deelnemen aan deze besprekingen en bij het beoordelen van gegevens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 262