263
24 FEBRUARI 1983
een financiële ondersteuning van gemeentewege in
beginsel niet tot de onmogelijkheden wordt gere
kend. Door dit vast te leggen heeft ons college
overigens uiteraard de raad nog niet gebonden,
maar daarbij zullen we wellicht op een ander mo
ment nog uitvoerig stilstaan. Als ik over een on
dersteuning van gemeentewege spreek, teken ik
daarbij aan dat wij ons er nog niet over hebben
uitgesproken of deze ondersteuning rechtstreeks
via de gemeente zou moeten lopen dan wel via de
N.V. Br.I.M. of via een andere structuur. Boven
dien zullen aan een dergelijke ondersteuning
"mits"-en moeten worden verbonden. Er mag uiter
aard geen sprake zijn van verliesfinanciering,
maar het moet duidelijk zijn dat een bedrijf wordt
geholpen dat een redelijk toekomstperspectief
heeft.
Ket is van groot belang dat de komende dagen
vanuit dit beginsel wordt gewerkt. Laat men zich
niet laten verleiden door persberichten die sugge
reren dat iets wel of niet mogelijk zou zijn. Ik
krijg de indruk dat wat dat betreft veel informa
tie niet geheel juist is. Gisteren werd mij ge
vraagd of ik bekend was met het gegeven dat de
Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij direct van het
ministerie een verbod zou hebben gekregen finan
cieel te participeren in welke oplossing dan ook.
Navraag tot zes uur vanavond heeft mij alleen maar
duidelijk gemaakt dat hiervan behalve bij de
vraagsteller voorlopig niets bekend is, ook niet
bij de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij zelf.
Ik neem voorts aan dat men vanmiddag de nieuwsbe-
richten heeft gehoord. Ik volsta met te wijzen op
het persbericht dat vanmiddag door de RSV is uit
gegeven; in dit persbericht is te lezen dat aan
de hand van het overlevingsplan dat de afgelopen
maandag ter discussie is geweest, ook bewindvoer
ders tot de overtuiging zijn gekomen dat de con
tinuïteit van het bedrijf redelijk te verdedigen
valt en dat het toekomstperspectief positief mag
worden geacht. Voorwaarde is daarbij wèl dat op