24 FEBRUARI 1983 268 de commissie Werken. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 9-12-1982) De heer De Werd Ik wil een vraag stellen die de relatie tussen het college en de raad betreft, want ik heb op een aantal momenten geconstateerd dat die verhouding anders is dan ik verwachtte. Soms zitten de wet houders met elkaar te debatteren terwijl vanuit de raad vragen worden gesteld, wat mij eerlijk gezegd nogal stoort, terwijl ik ook heb gemerkt dat naar het idee van sommige wethouders de raad alleen maar als een soort van bijwagen fungeert voor wat betreft het uitoefenen van controle. Door in elk geval één persoon is in het verleden gezegd dat de raad niet moet denken dat hij het bestuur van de stad uitmaakt. Ik meen evenwel dat de raad wel de gelijk het bestuur van de stad is en dat het col lege de functie van dagelijks bestuur vervult, welke situatie ik graag zou zien gerespecteerd. Verder ontstaat bij mij in de commissies wel eens het gevoelen dat niet iedereen even serieus wordt genomen. Ik kan me dat wel enigszins voorstellen omdat er een groot aantal nieuwe leden in de raad zit, die nog in dit werk moeten groeien, maar ik wil toch wel om enige prudentie verzoeken. ANTWOORD Ingevolge de Grondwet staat de raad aan het hoofd van de gemeente en wordt aan de raad de regeling en het bestuur van de huishouding van de gemeente overgelaten (artikelen 152 en 153)Blijkens de gemeentewet (artikel 167) behoort in deze alle be voegdheid toe aan de raad, voor zover die niet bij deze of enig andere wet aan burgemeester en wet houders of aan de burgemeester is opgedragen. Zo is vervolgens in de gemeentewet (artikel 209) be paald dat het dagelijks bestuur van de gemeente aan burgemeester en wethouders is opgedragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 268