24 FEBRUARI 1983 276 Ad 7 Zie antwoorden op de vragen 25 en 6 Ad 8 Omdat hier geen sprake is van afwijking van richt lijnen, dient deze vraag ontkennend te worden be antwoord Ad 9 Voor het eerste gedeelte van deze vraag verwijzen wij naar hetgeen als antwoord op vraag 8 is ver meld. Voor het overige kunnen wij het volgende op merken. De circulaire betreffende het beleidsvoornemen van de centrale overheid is aan de gemeente op zo krap pe termijn toegezonden, dat van een goed georgani seerde en gecoördineerde systematische voorlich ting geen sprake kon zijn. Daarom is gekozen voor een directe mondelinge voorlichting aan die jonge ren, die zich voor een uitkering aanmeldden. Waar mogelijk zal informatie-verstrekking schrif telijk geschieden. Ad 10 Ons college is ervan op de hoogte dat niet meer in alle gevallen op aanvragen om uitkering, binnen de wettelijke termijn van één maand wordt besloten. Een van de belangrijkste oorzaken hiervoor is het (nog steeds) toenemend aantal mensen dat een be roep op uitkeringen moet doen. Binnen de organisa tie van de G.S.D. wordt getracht door wijziging en bijstelling van procedures, de mogelijkheden tot versnelling van de afhandeling van aanvragen optimaal te benutten. Daarnaast wordt op verzoek van ons college, door de directie van de G.S.D. gewerkt aan een rapport waarin onder andere de werkdruk wordt gerelateerd aan de personele bezetting van die dienst. Dit rapport zal begin 1983 aan ons college worden aan geboden. Aan de hand van de gegevens die dat rap port oplevert zal ons college zich nader moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 276