24 FEBRUARI 1983
308
verlening van bijstand kunnen functioneren.
Er is een tweede onderdeel waarop wij veel
bezwaren hebben, wij vinden dat ook direct betrok
kenen deel van het college voor de verlening van
bijstand zouden moeten kunnen uitmaken en dat het
goed functioneren daarmee gediend zou zijn.
Een derde punt is dat de voorzitter van het
college voor de verlening van bijstand in vier
achtereenvolgende raadsperioden naar voren wordt
gebracht: vanwege de continuïteit zou hij weer op
nieuw moeten worden benoemd. Gezien zijn leeftijd
kan ten aanzien van de voorzitter nog voor twee
graadsperioden na de huidige het argument van con
tinuïteit worden gehanteerd. Op die manier zou ge
durende acht of negen raadsperioden dat argument
ten aanzien van één persoon worden gebruikt. Wij
zouden dat een zeer slechte gang van zaken vinden
Wij dienen een motie in waarin het ontbreken
van jongeren en het ontbreken van direct betrokke
nen aan de orde worden gesteld.
Mevrouw Paulussen dient namens de fracties
van P.v.d.A.P.S.P.P.P.R. en D'66 de na
volgende motie in
"De gemeenteraad van Breda, in vergadering
bijeen op donderdag 24 februari 1983,
gelezen het voorstel van burgemeester en wet
houders inzake de samenstelling van het nieu
we college voor de verlening van bijstand;
constaterend dat:
1het voorstel van burgemeester en wethou
ders tot benoeming van de leden van het
nieuwe college wat de leeftijdsgrens be
treft niet alle leeftijdscategorieën vol
doende representeert, wat door ons (prin
cipieel) onjuist geacht wordt;
overwegende dat
2. het belangrijk is dat ook jongeren deelne
men aan het werk van het college voor de
verlening van bijstand;
3. het goed functioneren gediend is wanneer