315
24 FEBRUARI 1983
college voor de verlening van bijstand voor de
periode 1986-1990 in overleg met de commissie wel
zijn I moeten worden vastgesteld welke criteria
zullen gelden. We kunnen dan in alle zuiverheid
een open sollicitatieprocedure laten plaatsvinden,
op basis van door de raad gedragen uitgangspunten.
In dit geval was de situatie anders en werd zon
der meer een open sollicitatieprocedure gevolgd.
Ik vind het jammer dat de P.v.d.A.ondanks
de overigens ook door mevrouw Paulussen in de com
missie erkende zorgvuldigheid waarmee de selectie
procedure heeft plaatsgevonden, de voorgestelde
samenstelling betreurt. Daarop is naar mijn mening
nu voldoende ingegaan.
Ik onderschrijf de door mevrouw Paulussen en
anderen uitgesproken opvatting dat juist het col
lege voor de verlening van bijstand op dit ogen
blik een heel belangrijke functie vervult. Juist
daarom ben ik blij van zeer nabij te hebben mogen
meemaken op wat voor zorgvuldige en prudente wijze
de selectie heeft plaatsgevonden. Wij mogen veron
derstellen dat er een college voor de verlening
van bijstand komt dat de zware verantwoordelijk
heid die het te dragen krijgt waar kan maken.
Mevrouw Paulussen en de heer De Werd zijn in
gegaan op de kandidatuur voor het voorzitterschap.
Mevrouw Paulussen heeft gezegd dat de huidige
voorzitter reeds vier keer naar voren is gebracht
en zij heeft berekend dat dat nog twee keer kan.
Ik geloof dat laatste zonder meer, maar het is nu
niet aan de orde. Ik stel nadrukkelijk vast dat
het voordragen van de huidige voorzitter is ge
schied door het thans zittende college voor de
verlening van bijstand. Het gaat hier om een uit
drukkelijk verzoek van de kant van het huidige
college. De selectiecommissie heeft buiten aanwe
zigheid van de huidige voorzitter diepgaand over
deze kandidatuur van gedachten gewisseld. Alle
voors en tegens afwegende heeft zij gemeend recht
te moeten doen aan de uitdrukkelijke wens van het
zittende college.