24 FEBRUARI 1983 344 vervallen, zullen de militairen op die plaats het een en ander gaan ontwikkelen. Het zou dan erg moeilijk zijn op het terugnemen van onze claim te rug te komen. Als je met elkaar zaken doet neem je bepaalde besluiten op basis waarvan de partijen verder kunnen; men moet ons daaraan ook kunnen houden Ik meen dat ik hiermee de belangrijkste pun ten heb behandeld. De heer DE BRUIJN: Kan de wethouder ook nog iets zeggen over de nabijheid van de verffabriek? Wethouder WELSCHENOp dat punt zijn er voor de beide partijen geen problemen. Zowel voor de één als voor de ander geldt een normale hinderwet procedure. Ten aanzien daarvan behoeft geen enkele vrees te bestaan. De VOORZITTER: Ik merk op dat het voorstel niet zal worden gesplitst, omdat het als een een heid moet worden gezien. Zoals de heer Welschen al stelde ligt tussen de beide delen een dwarsverbin ding. De heer DE WERD: De P.P.R. kan zich in het eerste gedeelte van het voorstel vinden, maar heeft grote bezwaren tegen het tweede deel. Alleen vanwege het uitzonderlijke belang van het eerste gedeelte zal de P.P.R. voor stemmen, met de uit drukkelijke verklaring dat zij tegen het tweede deel is. De VOORZITTER: Wenst de heer Simons eveneens een dergelijke aantekening? De heer SIMONSIk meen dat ik zojuist duide lijk genoeg ben geweest. De VOORZITTER: Dit betekent dus dat u even eens voor het voorstel bent.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 344