10 MAART 1983 363 vette jaren hebben gekend. Als wij ons realiseren dat in de loop van dit jaar in de binnenstad 1.066 wonincren in aanbouw zullen zijn en dat in de afgelopen jaren onaeveer 3.000 nieuwe arbeids plaatsen in de kantorensector in Breda zijn ge creëerd, waarvan een belancrrijk deel in de binnen stad, kunnen we mijns inziens stellen dat het wo nen en de werkgelegenheid in de afgelopen tijd aardig zijn gestimuleerd op basis van de ontwikke lingen die destijds in gang zijn gezet. Wat dat betreft is een behoorlijk stuk binnenstad op dit moment aan invulling toe. Ik hoop niet dat na de laatste zeven jaar thans zeven magere jaren zullen aanbreken. Voorlopig moeten we er maar van uitcjaan dat het enigszins afgeroomde jaren zullen zijn en dat we het in de sfeer van halfvolle melk zullen moeten houden. Er zal nog wel het een en ander mo- oelijk zijn, maar dan wel op een andere manier. De C.D.A.-fractie heeft nog eens duidelijk een financieel schot voor de boeg gegevenHet is duidelijk dat we bij de heroverwegingen de finan ciële kant van de zaak in zeer belangrijke mate moeten laten meespreken. Zo gauw we met nieuwe plannen komen, zal het budgettaire effect van die plannen duidelijk moeten zijn en het zit er dan ook dik in dat aan een aantal zaken die op dit mo ment als onrendabel moeten worden aangemerkt dat geldt bijvoorbeeld voor een aantal zaken rond de militaire terreinen alleen al vanwege de fi nanciële noodzaak om prioriteiten te stellen wat minder aandacht zal moeten worden gegeven. Er is in dit verband gesproken over wonen en werkgelegenheid en aspecten die daarmee in verbin ding staan, bijvoorbeeld het verkeersaspect. De heer De Bruijn heeft erop gewezen dat de Bredase binnenstad nog een andere waarde kent, met name in de cultuur-historische sfeer. Wij trachten enig archeologisch onderzoek veilig te stellen en voorts wijs ik in dit verband op het overleg over het monumentale aspect, het beschermd stadsgezicht, waarbij inderdaad de wethouder van cultuur

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 363