374
10 MAART 1983
we daardoor steeds meer op drijfzand terecht zul
len komen. Bij dit voorstel hebben we het echter
wat moeilijk, omdat in dit geval alternatieve
energievormen nauwelijks mogelijkheden zouden kun
nen bieden. Het betreft hier namelijk bedrijven,
die waarschijnlijk moeilijk zouden kunnen worden
geïsoleerd en ten aanzien waarvan kleinschalige
energievormen wellicht slecht toepasbaar zouden
zijn. Mede gezien het extra rendement dat hieruit
kan voortvloeien, lijkt het ons in dit geval reëel
voor het voorstel te stemmen, hoewel wij dus in
het algemeen tegen stadsverwarming zijn. Je kunt
in feite een vergelijking trekken met het stand
punt van anderen in deze raad ten aanzien van erf
pacht: in het algemeen zijn zij tegen, maar wan
neer het gaat om grond voor bedrijven zijn zij er
wel eens toe bereid voor erfpacht te stemmen.
De heer DE BRUIJN: Op zichzelf gaat het niet
om een zodanig bedrag dat wij er wakker van moe
ten liggen, maar een fors bedrag is het natuur
lijk wel. Wij plaatsen verder vraagtekens bij het
feit dat ons wordt gevraagd dit krediet te vote
ren op grond van de veronderstelling dat deze
aansluiting zal kunnen worden geëffectueerd, op
dat tot aanleg kan worden overgegaan op het moment
waarop de mogelijkheden voor deze aansluiting
keihard zijn. Vooralsnog is er sprake van een
verlies, zij het dat dat ook niet al te groot is.
U stelt dat dit verlies kan worden opgeheven op
het moment waarop de andere aansluitingen kunnen
plaatsvinden. Welke verwachtingen hebt u daarover?
Wethouder VAN DUN: U zult van mij niet ver
wachten dat ik ga proberen de heer De Werd van
het maken van een uitzondering af te houden, want
ik ben er wat blij mee!
De heer De Bruijn heeft er nog een andere
kwestie aan gekoppeld. Het is hem duidelijk dat
op dit moment een te verwachten verlies op basis
van de visie van nu enigermate samenhangt met