10 MAART 1983
377
wij een beetje bang dat wij in een situatie kunnen
geraken waarin van bovenaf de tegemoetkomincren ten
aanzien van de bijdragen voor individuele leerlin
gen worden verminderd. Als wij met dit voorstel
meegaan zullen wij wellicht ongewild meewerken aan
een verlaging van het bedrag per leerling. Daarom
willen wij van de wethouder graag de toezegging
horen dat wanneer het bedrag per leerling wordt
verlaagd dit voorstel opnieuw aan de raad zal wor
den voorgelegd, opdat wij er opnieuw een beslis
sing over kunnen nemen.
De VOORZITTER: De heer Römkens zal de heer
Sandberg vervangen.
Wethouder RÖMKENSIn de commissie is dit
voorstel eveneens aan de orde geweest, waarbij van
de kant van de partij van de heer De Werd werd ge
vraagd om inzage in de bedragen per leerling voor
1983 ten opzichte van die voor 1982. Een stuk
daarover is ter visie gelegd en daaruit kan de
heer De Werd afleiden dat het bedrag per leerling
voor 1983 inderdaad lager is dan dat voor 1982.
Hij zal echter ook hebben gezien dat de verlaging
in belangrijke mate op het onderdeel technische
kosten betrekking heeft. Tengevolge van een bezui
niging op de kosten van schoonmaken was een kor
ting van 15% mogelijk, terwijl ook de reële kos
tenraming ten aanzien van het energieverbruik een
verlaging mogelijk maakte. Daarentegen wordt bij
dit voorstel tevens vastgesteld dat ten opzichte
van 1982 met name de kwaliteitsbepalende kosten
zijn gestegen. De overige kosten zijn nagenoeg ge
lijk gebleven. Derhalve wordt de verlaging van het
bedrag per leerling voor 1983 ten opzichte van
1982 in belangrijke mate veroorzaakt door een la
ger normbedrag voor de technische kosten. Vervol
gens wijs ik op het feit dat het aantal leerlingen
in 1983 ten opzichte van 1982 is gestegen, terwijl
de gebouwensituatie gelijk is gebleven. De heer De
Werd heeft de toezegging gevraagd dat deze