378 10 MAART 1983 aangelegenheid opnieuw aan de raad zal worden voorgelegd indien het bedrag lager zal uitvallen dan in 1982. Dit verzoek is echter achterhaald, want het bedrag is inderdaad lager als gevolg van de door mij geschetste factoren. Omtrent de bezui nigingen bestaat op dit moment nog zeer veel on duidelijkheid, maar indien zij op een gegeven mo ment aanleiding geven om bij de commissie en de raad terug te komen, zal dat geschieden, zoals door de wethouder van onderwijs al is toegezegd. De heer DE WERD: Het antwoord was volstrekt voldoende Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 32. bijlage nr. 104 MEDEDELING MET BETREKKING TOT DE REORGANISATIE VAN HET GEMEENTELIJK APPARAAT (D) De heer BERKHOUT: Mijn fractie is van mening dat het beter zou zijn geweest als het college eerst aan de raad een principe-besluit had voor gelegd, op basis waarvan verder had kunnen worden gewerkt. Met de thans gekozen constructie gaat mijn fractie echter akkoord, gegeven de reeds on dernomen stappen en het standpunt dat door en in het g.o. is ingenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens deze mededeling voor kennisgeving aangenomen. De VOORZITTER: Agendapunt 33 zal op een later tijdstip in de vergadering aan de orde worden ge steld. 34. bijlage nr. 106 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZIGING VAN HET ALGEMEEN AMBTENARENREGLEMENT(D)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 378