20 JANUARI 1983
37
toekomstig werk en doorwijzing naar arbeids- en
uitkeringsinstanties. Naar aanleiding van de pro
blemen die ze tegenkomen worden voorlichtingsavon
den en cursussen georganiseerd om toetreding op de
arbeidsmarkt te bevorderen. Ik vraag mij af of
sommige functies niet "overlappend" zijn, want hoe
is bijvoorbeeld de relatie tot het schoolverlaters
project, dat dezelfde voorlichting biedt? Welke
informatie kan niet worden ingewonnen bij het ge
westelijk arbeidsbureau, de sociale dienst en de
educatieve wegwijzer? Als het project aanslaat,
hoe wordt dan na het experiment van de 40 inloop
ochtenden deze activiteit gecontinueerd? De subsi
die draagt immers slechts een eenmalig karakter.
De inloopochtenden moeten nog starten. Eer er
een inventarisatie van de knelpunten bij vervolg
activiteiten in de vorm van thema-avonden en cur
sussen kan plaatsvinden, zal nog wel enige tijd
verlopen. De door W.V.C. geëiste verslaglegging
en verantwoording vóór 1 april 1983 lijkt mij in
dit geval bijna niet te verwezenlijken.
In de rubriek "K.W.J." lees ik dat deze in
stelling voor twee groepen, waarvan één een mei
dengroep is, voorlichtende en arbeidsgerichte ac
tiviteiten organiseert. Als ik de desbetreffende
aanvraag bekijk, komt het mij voor dat men dezelf
de doelstelling nastreeft als de initiatiefnemers
van het zojuist door mij genoemde project "Meiden
vooruit" van de Stiahting Vrouw en Werk.
Al met al ontkom ik niet aan de indruk dat op
sommige punten deze plannen niet zorgvuldig zijn
getoetst op hun onderlinge overlapfuncties en dat
op een royale manier geld ter beschikking is ge
steld voor plannen die nog om een kritische uit
werking vragen. Nog een laatste vraag. Kan het
college garanderen dat het service-instituut voor
vrijwilligers en werkgelegenheidsprojecten op
zeer korte termijn tot stand komt, zodat de gere
serveerde ruim 71.000,die als startsubsidie
is bestemd, inderdaad vóór de fatale datum van 1
april 1983 kan worden aangewend?