10 MAART 1983 391 zelf nog even te regelen. Zo kwamen de woorden van mevrouw Pellis even op mij over. Er is inmiddels al één motie ingediend die beoogt de verkeerscirculatie anders te laten ver lopen dan door de deskundigen wordt voorgesteld. Aanvankelijk hadden onze achterburen eveneens het plan een motie in te dienen, maar ik ben er blij om dat zij dat toch niet hebben gedaan. Ik denk dat het voor geen enkele fractie moeilijk zou zijn een motie op te stellen, want iedereen heeft wel zijn eigen ideeën over de wijze waarop het verkeer door bepaalde straten zou moeten worden geleid. De heer DE BRUIJN: Ik wil er de heer Goos op wijzen dat de kennis die bij openbare werken aan wezig is bij deze fracties in deze raad niet per se afwezig behoeft te zijn. De heer GOOS: Ik twijfel er ook niet aan dat de heer De Bruijn op dit gebied deskundig is. Zelf ben ik niet deskundig op het gebied van het ver keer, zeker niet voor wat betreft de binnenstad. De heer TEN WOLDE: Daaraan heb ik ook nooit getwijfeldl De heer DE WAAL: Waarom behandelt u dit on derwerp dan? De heer GOOSDat komt doordat ik nog steeds ongehavend op het Stadserf ben verschenen, dit echter terzijde. Ik ben van mening dat is door mevrouw Pel- lis en anderen ook al opgemerkt dat wij het de deskundigen die de notitie hebben gemaakt in ieder geval moeten gunnen dat met het nu voorgestelde van start kan worden gegaan, ook al bestaan binnen de diverse fracties hierover diverse ideeën. In het amendement of in de motie wordt terecht ge steld dat niet voortdurend veranderingen ten aan zien van de verkeerscirculatie moeten worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 391