10 MAART 1983 399 de Grote Markt en het Kasteelplein kan of niet. De VOORZITTER: Aanvaarding van motie en amen dement wordt derhalve ontraden De heer DE WERD: Gehoord hebbend de woorden en de argumenten van de wethouder meen ik dat het inderdaad zinnig is de motie op dit moment terug te trekken en af te wachten waartoe de plannen voor de herinrichting en de besprekingen met de middenstand zullen leiden; we zullen dan alles in een wat breder perspectief kunnen bekijken. Als over een halfjaar kan worden geconstateerd dat er sprake is van enige vooruitgang zullen wij het er bij laten, maar indien dat niet het geval is zul len wij te zijner tijd wellicht overwegen met een initiatief-voorstel te komen. Hopelijk zal dat echter niet noodzakelijk zijn. De VOORZITTER: Teruggenomen zijnde, maakt de motie derhalve geen onderdeel van de beraadslagin gen meer uit. De heer DE BRUIJN: Ik wil ingaan op wat de wethouder over mijn amendement heeft gezegd. Vol gens hem is het technisch een monstrum, maar in houdelijk is het dat mijns inziens niet. Naar de mening van de wethouder zal de druk op het Kas teelplein, de Cingelstraat en de Kraanstraat niet toenemen, maar gelijk blijven. Ik wil er hem ech ter op wijzen dat er nu slechts één verkeersstroom voorbij komt, terwijl in de toekomst drie verkeers stromen door de binnenstad zullen gaan. Ik kan de vooronderstelling van de wethouder dan ook zeker niet onderschrijven. Volgens de wethouder zou mijn amendement zeer tegen de wens van bepaalde groepe ringen in de binnenstad zijn, wat ik mij kan voor stellen. Wellicht zullen echter andere groeperin gen wél voor mijn voorstel zijn. Ik heb geen inhoudelijke opmerkingen van de wethouder gehoord over het feit dat er door de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 399