10 MAART 1983
405
zijn verontschuldigingen aan, in welke brief op de
zesde regel van onder het woord "onopgesmukt"
staat. Op grond van de kennis die ik op een be
paalde school heb opgedaan kan ik dit niet thuis
brengen. Vermoedelijk heeft dit woord iets met de
reorganisaties te maken, maar wat het woord "onop
gemerkt" in dit verband betekent is mij niet dui
delijk.
Wij willen vaststellen dat in het verleden
meer dingen niet goed zijn verlopen in verband
waarmee regelmatig door het college verbeteringen
zijn toegezegd. Toch worden wij steeds weer met
onjuiste dingen geconfronteerd waarvoor dan welis
waar excuses worden aangeboden, maar waarna gewoon
weer tot de orde van de dag wordt overgegaan.
De benoeming van een secretaris is een zaak
van de raad en de raad had dan ook in de voorfase
hierbij moeten worden betrokken. Op deze manier
wordt het de raad onmogelijk gemaakt een keuze te
maken. Wij hadden liever gezien dat eerst een ad
junct-secretaris zou zijn benoemd en dat vervol
gens, na een evaluatie, de mogelijkheid open was
gebleven om met betrekking tot de benoeming van
een secretaris werkelijk een keuze te kunnen doen.
Heel duidelijk willen wij stellen dat het ons hier
bij niet om de persoon gaat, maar alleen om de
procedures zoals die zijn gevolgd. De raad is door
deze gang van zaken in een zodanige positie ge
bracht, dat hij het proces niet meer kan bijsturen
en in feite kan zoiets niet. Wij willen in dit
verband nog eens wijzen op het gestelde in het
programakkoord dat de raad meer bij het invullen
van de hoofdpunten zou worden betrokken. Wij moe
ten nu vaststellen dat de raad door het college
buiten spel is gezet, wat dus met het programak
koord in strijd is. De trein rijdt echter al,
waarbij wij denken aan de reorganisatie en de
noodzaak tot het handhaven en waarborgen van een
stuk continuïteit, bekendheid en deskundigheid.
Verder hebben wij kennis genomen van hetgeen op
bladzijde 2 onder punt 2 over de functie van