414 10 MAART 1983 onderscheiding. Wel zijn wij het college zeer er kentelijk voor de openhartige erkenning, die wij reeds meermalen hebben gehoord, ten opzichte van de raad in verband met hetgeen is gepasseerd. Wij hebben vertrouwen in de personen die in het pread vies worden genoemd en ook in de wijze waarop zij hun nieuwe functies zullen vervullen. Speciaal noemt onze fractie hierbij de heer Van Asperen, die door u voor de functie van gemeentesecretaris op termijn wordt voorgedragen. Wij hopen dat er vanavond een goed besluit zal kunnen worden geno men, zowel voor hem als voor ons. Hopelijk zal hij een voorbeeld van een service verlenende hoofdamb tenaar zijn en worden, met name voor ons als raad, en tevens een veilig baken in de woelige ambtena- renzee. Hem persoonlijk wensen wij veel genoegen en succes in zijn nieuwe ambt toe. De aftredende loco-secretarissen worden ook door onze fractie hartelijk bedankt. Vervolgens wil ik een korte reactie op de door collega-raadsleden ingediende motie geven, want nu ik op dit moment een dergelijke motie van twee collega-raadsleden in handen krijg moet mij toch wel iets van het hart. In de eerste plaats wordt in de motie gesteld dat de raad bij herha ling door het college wordt uitgeschakeld. Ik wil de indieners van de motie de vraag voorleggen wie in het verleden in het college zaten. Misschien kan mij door één of zelfs door twee van de onder tekenaars hierop een duidelijk antwoord worden ge geven In de tweede plaats stelt de motie dat de toezeggingen van het college in dezen geen verbe teringen tot stand hebben gebracht. Mag ik van de indieners horen wélke toezeggingen zijn gedaan? Wij willen daarover graag duidelijkheid. Onder punt 3 wordt gezegd dat de kwestie van de gemeentesecretaris en de loco's een nieuw feit is in het buitenspel zetten van de raad. Ik vind dit nogal hard uitgedrukt. Eén van de onderteke naars behandelt dit preadvies nu voor de derde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 414