422 10 MAART 1983 situaties een achterstand inzake het aantal vrou wen voordoet daarin verbetering moet worden ge bracht. Ik kan de heer Crul zeggen dat wij ons aan de hieromtrent gemaakte afspraak zullen houden. Het college weet hiervan, evenals de heer Crul, en ook de afdeling p. en o. is hiermee bekend. De heer Van den Wijngaard wees al op het feit dat ten aanzien van een aantal vervolgfuncties in het ka der van de reorganisatie gericht zal worden gewor ven teneinde inhoud te geven aan hetgeen in het programakkoord op dat punt is bedoeld. De heer Crul heeft evenals de overige spre kers getuigd van de problemen zoals hij die heeft ervaren. Ik zal niet op elk punt van zijn motie ingaan en ik behoef hem vermoedelijk niet te zeg gen dat het voor het college onmogelijk is deze motie over te nemen, laat staan daaromtrent een positief advies aan de raad uit te brengen. Ik zou kunnen zeggen dat deze motie voor het college volstrekt onoverkomelijk is. Ik meen hiermee verantwoording te hebben af gelegd omtrent hetgeen wij hebben bedoeld. Vervol gens heb ik begrip geuit voor de wijze waarop de raad zich heeft opgesteld. In de derde plaats heb ik de toezegging gedaan dat verwoede pogingen zul len worden ondernomen om dit soort situaties in de toekomst te voorkomen. Het belangrijkste vind ik evenwel in dit verband dat wij als college ons vertrouwen kunnen uitspreken in de kandidaat die wij voordragen voor de ontieglijk belangrijke functie waarom het hier gaat in een ontieglijk be langrijke stad. De VOORZITTER: Kan de raad ermee instemmen dat nu tot besluitvorming wordt overgegaan? De heer TEN WOLDE: In verband met de motie die op tafel ligt verzoekt mijn fractie u de ver gadering enige ogenblikken te schorsen. De VOORZITTER: De vergadering is geschorst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 422