44
20 JANUARI 1983
Naar aanleiding van vragen van mevrouw Wou
ters in de commissie hebben wij in het college
meteen de volgende dag besproken, hoe te handelen
wanneer dergelijke geldstromen uit Den Haag op ons
af komen. Afgesproken is dat de secretaris situa
ties van dit type zal inventariseren en dat naar
Den Haag een brief zal worden gestuurd waarin
wordt gewezen op de problemen die zulke situaties
voor ons veroorzaken.
Wat het doel betreft: het geld is ingezet,
het kan worden gebruikt en we hebben door middel
van het geld ingang gekregen bij organisaties die
we straks nodig zullen hebben, niet voor het op
lossen van de werkloosheid dit aan het adres
van de heer Dammer maar voor het leveren van
bijdragen tot de totstandkoming van een oplossing
voor de verschijnselen die met name aan de jeugd
werkloosheid verbonden zijn. Het gaat erom de jon
geren bezig te houden hoewel het méér is dan
louter bezig houden op een dusdanige wijze,
dat zij nog iets menen te hebben aan hetgeen zij
leren en aan de ervaringen die zij bij het "bezig
gehouden worden" opdoen. Het grootste deel van het
geld is dan ook gebruikt voor de aanschaf van ma
terialen. De instellingen waren evenals de gemeen
te verrast over hetgeen de rijksoverheid op ons af
heeft laten komen. In feite is het gebruikelijk
dat we steeds met bezuinigingen worden geconfron
teerd, maar hier kwam ineens veel geld af. Men
heeft de plannen gezien en men heeft kunnen zien
wat erin is geschrapt. De conclusie moet zijn dat
zelfs de instellingen niet op deze geldstroom in
gesteld waren, iets wat trouwens ook niet mogelijk
was. Nochtans zijn wij blij dat men vóór een be
paald tijdstip de plannen heeft ingediend, dat wij
een en ander samen met W.V.C. hebben kunnen bekij
ken, dat men in globale zin heeft gezegd: "u kunt
verder," en dat men op route kon gaan. Men moet
er begrip voor hebben dat instellingen pas op rou
te kunnen gaan wanneer zij zeker weten dat het
geld komt. Wanneer men had moeten wachten totdat