452
14 MAART 1983
de concrete dienstverlening? Het maakt het dan ook
noodzakelijk dat wij in de toekomst prioriteiten
op lokaal niveau moeten stellen, waarvoor wij op
nieuw naar de door ons in te dienen motie verwij
zen
Voor wat betreft het vrijwilligerswerk hecht
het C.D.A. nadrukkelijk aan een samenhang tussen
het informatiebureau vrijwilligers en het op te
starten servicebureau. Het is duidelijk dat de
plaats van en de visie op de vrijwilliger in deze
tijd een herwaardering hebben ondergaan. Deze ont
wikkeling zal ook in de politieke beleidsvisie tot
uitdrukking moeten komen. U zult zich kunnen voor
stellen dat de door de overheid geleide vrijwilli-
gersbureaus bepaald niet de eerste aandachtsvelden
van het C.D.A. zijn.
Het college streeft terecht naar een zo goed
mogelijke handhaving van het huidige voorzienin
genniveau met bijzondere aandacht voor kwetsbare
categorieën in deze samenleving. Deze benadering
spreekt ons als C.D.A. aan. Bezien tegen de ach
tergrond van het programakkoord zijn wij bereid,
indien dit niet anders kan, bepaalde voorzieningen
te bevriezen c.q. te verminderen om juist die voor
zieningen voor kwetsbare groepen of categorieën te
kunnen handhaven.
De plaats het gaat in dit verband niet om
de werkwijze van de GSD in het totale gebeuren
van het welzijnswerk, wordt in toenemende mate
verbijzonderd. Op grond van de Bijstandswet ver
leent de sociale dienst materiële en immateriële
hulp, hetgeen in deze economisch minder gunstige
tijd een zeer belangrijke voorziening voor vele
Bredanaars is. Wij vragen ons echter af of bij de
voorgenomen herstructurering van het gemeentelijk
apparaat niet overwogen dient te worden of ana
loog aan de landelijke organisatiestructuur geko
zen moet worden voor een samenhang sociale zaken-
werkgelegenheid. Heeft het college hierover reeds
een standpunt bepaald?
Het emancipatiebeleid. Zowel bij de behandeling