14 MAART 1983
459
De heer DREEF: Wilt u dat wat nader verduide-
ie lijken?
De heer TEN WOLDE: Dat lijkt mij niet nodig...
e. De heer DREEF: Wat brengt u ertoe te zeggen,
dat een aantal politici destijds gewoon is blijven
zitten om kennis te nemen van een stuk ongenoegen
dat werd uitgedragen? Wat zou deze politici hebben
moeten beletten te blijven zitten? Het lijkt mij
gewoon goed van zo'n stuk ongenoegen kennis te ne
men
ek De heer TEN WOLDE: Wij kunnen mijns inziens
op in de raad debatteren bij de gratie van de tijd
die anderen ons daarvoor gunnen. Als hier besluiten
over bepaalde belangen moeten worden genomen, waar-
Ie bij ik zeker niet wil ontkennen dat daaraan pro-
m blemen kunnen zijn verbonden, dan zijn wij naar
>g mijn persoonlijke mening volstrekt op de verkeerde
ïen weg als de hierbij betrokkenen hier in deze zaal
;t een bepaalde besluitvorming willen afdwingen. Ik
je- heb de indruk dat de grote meerderheid van de sa
menleving hierover exact hetzelfde denkt.
lie De heer DREEF: Dat heeft toch niets met het
al dan niet in de raadszaal blijven zitten te ma-
je- ken
sn De heer TEN WOLDE: Het blijven zitten heeft
sr- wel iets te maken met het waarderen van dat soort
verschijnselen!
jn Een bekend gezegde: nood breekt wet. De ge
meentelijke middelen staan- reeds lange tijd onder
i druk en de vooruitzichten zijn zodanig, dat in de-
ït ze situatie de eerstkomende jaren geen verandering
L- komt. Uw opmerking, dat de H.U.G.-operatie met
ts kracht moet worden voortgezet, spreekt op zich
Lng boekdelen. U constateert dat ook Breda niet ont
komt aan verder bezuinigen en speciaal als groei
stad zitten we thans met de zure vruchten van het