14 MAART 1983
461
voort te zetten. De daarbij gehanteerde uitgangs
punten met betrekking tot de afslanking in het al
gemeen en het nader aanscherpen van een aantal
randvoorwaarden hebben onze instemming. Dat in het
kader van de automatiseringsfilosofie in Breda
wordt uitgegaan van een verdergaande decentralisa
tie van de automatiseringsprocessen vinden wij
gezien de huidige marktsituatie ten aanzien van
kleinere automatiseringssystemen met de daarbij
behorende lagere kosten, een goede zaak. Wij heb
ben echter wel behoefte aan een duidelijk automa
tiseringsplan, waarin de besluitvormende aspecten
kort en bondig zijn weergegeven.
Centraal in uw beleid heeft altijd gestaan
dat de budgettaire schaarste bij voorkeur geen
personele consequenties mag hebben. In de zojuist
genoemde nota zegt u nu dat de personele consequen
ties van kostenbeheersing nog niet zijn te over
zien. Kunt u over uw verwachtingen wat meer duide
lijkheid verschaffen? Juist op het personele ge
bied is duidelijkheid mijns inziens zeer dringend
nodig.
Tegen de achtergrond van de zo juist geschet
ste ontwikkelingen zal het wel extra moeilijk zijn
nog nieuw beleid te creëren. Toch kan mijn fractie
ermee instemmen, dat er door optimalisering ener
zijds en vermindering van taken anderzijds budget
wordt gevonden voor nieuw beleid. Het tijdperk van
het automatisch handhaven van allerlei taken is
voorbijVerouderde managementgedachten zullen
plaats moeten maken voor vernieuwd management. Om
flexibiliteit te kunnen realiseren zal het tevens
dringend noodzakelijk zijn, dat ook het personeel
deze flexibiliteit kan en .moet opbrengen. Vernieu
wing, verandering of verplaatsing van functies
opent vaak nieuwe perspectieven of geeft bevredi
ging in het uitoefenen van een andere dagelijkse
taak. Het vasthouden aan verworven posities past
niet binnen modern en efficiënt management.
De ontwikkeling van de personele situatie is
zorgelijk. U behoeft echter nog niet over te gaan