14 MAART 1983 467 ontwikkeling. De werkloosheidssituaties brengen vaak grote spanningen met zich mee en het beleid zal er dan ook op gericht moeten zijn in deze si tuatie uitzicht te bieden. De directe middelen hiervoor binnen de gemeente zijn uiterst gering, doch de indirecte in de vorm van gericht bijscho- lingsonderwijs des te groter. Reeds vaker is op de industriemiddag geconstateerd, dat afstemming van banen en opleiding noodzakelijk is. Welke contac ten heeft het college in dezen met de industrie om een gerichtere aansluiting op het bedrijfsleven te verkrijgen? Zijn er op -dat gebied gegevens bekend bij bijvoorbeeld de vacaturebank? Ook zou ernaar moeten worden gestreefd het schoolverlatersproject continu te doen worden. De werkloosheid onder de jongeren stijgt met rasse schreden; een reden te meer om op korte termijn de nota "Aanzet tot een jeugdwerkloosheidsplan" te laten verschijnen. Kan het college reeds enige conclusies geven en hoe staat het met het servicebureau voor jongere werklozen? Onder punt 7 van het programakkoord wordt ge constateerd dat de subsidieregelingen voor de Westbrabantse en Bredase werkgelegenheid blijvend onder de aandacht van de rijksoverheid worden ge bracht. Hoe functioneert in dezen de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij? De ontwikkelingen rondom het Industrie- en Havenschap Moerdijk zijn ronduit zorgwekkend. De kapitaallasten rijzen de pan uit. Kan het college enig inzicht geven in de verhouding van de Moerdijk-prijzen tot die van an dere concurrerende industriegronden in de omge ving? Zou het aanwijzen als D-zone in deze proble matiek een mogelijkheid bieden met alle nadelen van dien op diverse gebieden en hoe staat het college tegenover een dergelijke oplossing? De heer DREEF: Hoe staat u er als fractie tegenover? De heer TEN WOLDE: Als fractie zijn wij van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 467