504
14 MAART 1983
gelden over de gemeentelijke werkterreinen, zien
wij noch in de begroting 1983, noch in het meer
jarenperspectief aanzetten. Dit spijt ons ten
zeerste. Graag nodigen wij het college uit een
indruk te geven wanneer hiermee gestart kan worden
en langs welke lijnen zal worden gewerkt. In het
kader van de te stellen prioriteiten moet dat mo
gelijk zijn.
Naar de mening van D'66 is daarbij een her
bezinning op de gelden die toevloeien naar de
technische sectoren van het grootste belang. Im
mers, in de tijd dat de bomen nog tot in de hemel
leken te groeien, is er niet alleen een lappende
ken aan nieuwe activiteiten in de zogenaamde niet-
technische sectoren ontstaan, maar is er in de
harde sectoren evenzeer een soort luxe-neurose ge
groeid. De lappendeken wordt duidelijk aangepakt,
de luxe-neurose naar onze indruk minder. Een voor
beeld hiervan lijkt ons de in de eerste ronde
H.U.G. aan openbare werken opgelegde bezuiniging,
die niet in de onrendabele sector is geëffectu
eerd, maar is afgewenteld op de zogenaamde ren
dabele.
Misschien is het probleem dat in technische
kwesties "blind" gevaren wordt op de deskundig
heid van anderen, terwijl men op gewone gebieden
met het eigen gezond verstand wel een heel eind
blijkt te kunnen komen. Je ziet dan ook een dis-
cussie in de raad over een bedragje van enige
duizenden guldens, terwijl technische miljoenen-
zaken geruisloos passeren. Wij vinden dat dit an
ders kan. De noodzaak en de hoogte van het bedrag I
moeten ook in het laatste geval inzichtelijk ge- v
maakt worden om een juiste afweging mogelijk te c
maken. De vergelijking met de E.E.G., waar het -c
landbouwbeleid het totale budget dreigt op te
slokken, dringt zich onwillekeurig op. Dit moet c
de C.D.A.-ers in ons midden, waarbij zich vele i
landbouwers bevinden, mijns inziens bijzonder j
aanspreken. 2
Op bestemmingsplannen kan bezuinigd worden,