14 MAART 1983 517 steun wordt verleend aan een college, waarin wij zelf geen zitting hebben. De punten die tot het laatst gespeeld hebben en die ons onze aarzeling ingaven, zijn de onzes inziens onevenwichtige por tefeuilleverdeling en de zakelijke bezwaren tegen één van de portefeuillehouders. Inhoudelijk echter kunnen wij ons in belangrijke mate vinden in de onderhandelingsresultaten. Als algemene punten noemen wij - de beoogde vergroting van de invloed van de raad op de hoofdpunten van het te voeren beleid; - het vroegtijdig inschakelen van de raadscommis sies bij beleidsvoornemens; - de toetsing van de begroting aan de hoofduit gangspunten - het tussen de burgerij willen staan van het be stuur en - het bevorderen van de dienstbaarheid van het ambtelijk apparaat aan de burgers van Breda, met betrekking waartoe wij vanavond een aantal van onze wensen naar voren hebben gebracht. Stuk voor stuk zijn dit democratiseringsten- denzen die hoog in ons vaandel staan. In het bijzonder voor de kleinere fracties achten wij van belang: - het bij wijze van proef weliswaar, maar toch, toekennen van het individuele motie- en amende mentsrecht; - de benoeming van niet-raadsleden in de raadscom missies, vooralsnog voor de periode van twee jaar Als de kleinere fracties door deze maatregelen in- houdelijker kunnen opereren, betekent dit per sal do winst voor de gehele' raad. Voor elke partij overigens geldt het grote belang, voor zover er tenminste gebruik van wordt gemaakt, van ingewerkt- heid bij eventuele tussentijdse benoemingen en het voordeel van "kadervorming" als men niet-raadsle- den in de commissies heeft benoemd. Onze ervaringen na een half jaar zijn niet onverdeeld gunstig. Met name aan de "algemene

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 517