14 MAART 1983
527
wijzen dat het nu ook weer niet heeft geschitterd
met zijn reactie daarop. Aan een efficiënt ingrij
pen, waardoor met name de woonlasten binnen de
perken gehouden zouden kunnen worden, heeft het
ontbroken. Wel is duidelijk geworden dat het bouw
beleid valt of staat met de verkoop van de vrije-
sectorwoningen, terwijl het juist zo zou moeten
zijn dat deze woningen op het tweede plan zouden
moeten komen. Mensen die hun geld in vrije-sector
woningen willen investeren hebben daar de overheid
niet bij nodig, terwijl blijkt dat de overheid
haar bouwplannen alleen kan verwezenlijken als er
genoeg vrije-sectorwoningen binnen een plan gerea
liseerd kunnen worden. Op het moment dat dit niet
mogelijk is, vlucht men naar de premie A- en B-
koopwoningenterwijl juist de woningwetwoningen
de hoogste prioriteit zouden moeten krijgen.
Om de invloed van de gemeente op het woning
bouwbeleid te vergroten, zouden wij willen pleiten
voor een actiever bouwbeleid van de gemeente. Dit
is niet alleen noodzakelijk om het bouwbeleid te
versterken, maar tevens om de onderhoudskosten,
die bij nieuwe woningen nu eenmaal lager zijn dan
bij oudere woningen, voor de gemeente betaalbaar
te houden. Het geld dat voor het gemeentelijk wo-
ningbezit binnenkomt voor onderhoud aan de wonin
gen is nu te enen male onvoldoende. Door nieuwbouw
zou dit ondervangen kunnen worden. Wij dienen
hieromtrent dan ook een motie in.
Dat wij niet gelukkig zijn met de houding van
de gemeente inzake de woonlastenproblematiek heb
ik hiervoor reeds gezegd. Wij zijn van mening dat
de gemeente, met name voor de minst draagkrachti-
gen, een actief beleid dient te voeren om de woon
lasten zo laag mogelijk te houden. Met name op het
gebied van de huurharmonisatie en de zogenaamde
huurinhaal na groot onderhoud heeft de gemeente
ruimte voor een eigen beleid. In Breda zijn huur
harmonisatie en huurinhaal schering en inslag,
terwijl dit niet wettelijk verplicht is; hooguit
wordt het geadviseerd. Wij zijn dan ook van mening