14 MAART 1983
535
wij een positieve bijdrage aan het beleid willen
leveren.
De heer DE WERD: Ik begin met mijn verhaal.
Een politieke partijdie zichzelf serieus
neemt, strijdt met alle haar ten dienste staande
middelen tegen de economische crisis en haar ge
volgen. Een economische crisis die geen werk, geen
toekomst voor jongeren schijnt te bieden. Wie ook
maakt zich geen zorgen voor de dreigingen die uit
gaan van een escalatie van de bewapening, zorgen
over de verontreiniging van grond en leefmilieu?
We leven in een tijdvak dat wel erg kwistig omgaat
met grondstoffen en milieu. In een maatschappij
waarin het kleinschalige overwoekerd wordt door
het massale, het onpersoonlijke. In wat voor tijd
perk leven we? In wat voor tijd zet je kinderen op
de wereld?
Dat wij het nog zo goed hebben over het alge
meen, ten opzichte van anderen in de wereld, komt
voor een belangrijk deel ook omdat we eeuwenlang
hebben kunnen profiteren van goedkope grondstoffen
en arbeidskrachten uit de derde wereld. Ook op ge
meentelijk vlak hebben we een mondiale verantwoor
delijkheid. Zij, die gemeentelijke taken los wil
len zien van grotere verbanden, kunnen hier der
halve gerust kort van blik worden genoemd. Zo
vindt immers bijvoorbeeld de werkgelegenheid van
de Machine Fabriek Bredawaarmee we de laatste
tijd zo pijnlijk verrast zijn en waar ons medele
ven sterk bij betrokken is, haar wortels in een
internationale economie. Een groot deel van de or
ders van het hele R.S.V.-concernwaar de M.F.B
bijhoort, wordt immers geplaatst door het buiten
land. De kortingen door de rijksoverheid, welke
bij ons een bezuiniging noodzakelijk maken, vinden
wortels in dezelfde internationale economische
crisis. Zo gezien kan gesteld worden dat de toe
komst van bijvoorbeeld het opbouwwerk of het zwem
onderwijs voor een deel in handen ligt van het in
ternationale marktmechanisme.