14 MAART 1983
539
mijnheer Dreef?
De heer DREEF: De P.P.R. heeft het misschien
niet zo bedoeld, maar hetgeen zij nu heeft ver
woord gaat ons wat te ver, waar in deze raad van
alle zijden wordt bekeken hoe wij de bezuinigingen
zo goed mogelijk kunnen bijsturen.
De heer DE WERD: Ik constateer een discrepan
tie tussen hetgeen vanavond is gezegd en het be
leid en de houding van de P.v.d.A.-wethouder in de
laatste tijd. Daarop vraag ik gewoon een antwoord,
verder niets. Misschien kan de wethouder hierop
bij zijn beantwoording zelf ingaan. Dan verdient
mijns inziens verre de voorkeur.
Na deze wat meer algemene beschouwing wil ik
even blijven stilstaan bij de diverse topics in de
begroting
Werkgelegenheid en werkloosheid. De P.P.R.
gaat ervan uit dat er binnen vijf jaar op beschei
den basis een vorm van garantie-inkomen of basis
inkomen tot stand komt, waarbij het onderscheid
tussen betaald werk en werk met een uitkering zal
gaan vervagen. Voor betaald werk blijven grote be
drijven met internationale afzetmarkten natuurlijk
belangrijk. De kwetsbaarheid echter van dergelijke
bedrijven vind je minder terug bij kleinschalige
en dus flexibeler bedrijfjes. De meerwaarde van
dergelijke bedrijfjes is vooral te vinden in de
horizontale bedrijfsstructuurde milieuvriendelijk
heid, de prioriteit voor kwaliteit in plaats van
kwantiteit in de produktvoeringDe P.P.R. is van
mening dat een actief gemeentelijk werkgelegen
heidsbeleid moet bewaken dat het Bureau Kleinscha
ligheid uitgroeit tot een professionele ondersteu
ningsinstantie. Graag een reactie hierop. De ge
meente zou actief werkgelegenheid kunnen bevorde
ren door de recyclings- en reparatie-industrie
krachtdadig te stimuleren. Ook eigen gemeentelijke
initiatieven zijn goed mogelijk en in de detail
handel zou de gemeente de vestiging van