16 KAART 1983
551
mening bevestigend worden geantwoord. Ten aanzien
van het vervoer van dit soort stoffen verwijs ik
naar correspondentie van de minister van defensie
die ik heb overgelegd: de minister deelt daarin
mede dat hij het vervoer van nucleaire wapens noch
bevestigt noch ontkent en zegt overigens dat het
vervoer zonder gevaar en met de uiterste zorg
plaatvindt. In de zojuist aangekondigde notitie
komen we daarop terug.
De heer De Werd heeft gesproken over vijftig
gemeenten die in moties anti-kernwapenuitspraken
hebben gedaan, zijn constatering is juist het
aantal is zelfs nog iets groter maar hij en u
moeten zich ervan bewust zijn dat de rijksoverheid
in staat is zulke beslissingen te niet te doen.
Ter zake van het stadsgewest maak ik een kor
te opmerking aan het adres van de heer Ten Wolde.
Ik ben het met hem eens dat de bestuursstructuur
van het stadsgewest zwaar, wellicht onevenredig
zwaar kan worden genoemd. Hij weet dat wij uiter
ste pogingen hebben gedaan om daarin verbetering
te brengen, maar dat zulks door één gemeente is
tegengehouden. Van belang is dat het stadsgewest
zich in de toekomst in hoofdzaak op de verzorgings
taken zal richten. De toekomst van het stadsgewest
is, onder meer in verband met de financiën, enigs
zins onduidelijk, onlangs hebben wij in het colle
ge van burgemeester en wethouders een overzicht
van de reorganisatie binnenlands bestuur gekregen.
Besloten is dit probleem, inclusief het stadsge
west, aan de orde te stellen in de commissie alge
mene zaken.
Het volgende onderwerp waaraan ik aandacht
wil besteden is aangekaart door de heer De Werd.
Hij heeft gezegd vergoedingen voor reis- en ver
blijfskosten voor leden van het college van burge
meester en wethouders onnodig te achten. Hij mag
dat vinden, maar ik wil hem erop wijzen dat deze
onkostenvergoedingen onderwerp van rijks- en pro
vinciale regelingen zijn en dat goedkeuringen door
ministers en door het college van gedeputeerde