572
16 MAART 1983
meer nadrukkelijk en bij tijd en wijle steken val
len, ook de Grontmijwe hebben een en ander nog
steeds niet goed op een rij gezet. Men kent de af
loop van de demarche bij het provinciaal bestuur
ter zake van de bijdragen in de kosten van toe
zicht: uit Den Bosch is geen verheugend bericht
gekomen. Het verwijt dat wij aan de leiband van
het stadsgewest zouden lopen werpen wij ver van
ons af. Dat dit verwijt niet terecht is, kan men
gewoon uit de verrichte activiteiten afleiden, wij
lopen niet aan de leiband, maar wij proberen wel
in goed overleg met het stadsgewest te werk te
gaan, want het geeft natuurlijk geen pas dat ter
zake van dezelfde materie vandaag Breda een be
paald standpunt inneemt, terwijl Oosterhout morgen
met een geheel andere visie komt. Ik stel het op
prijs dat het stadsgewest in dit verband probeert
de krachten te bundelen; de indruk dat wij aan de
hand van het stadsgewest zouden lopen moet men
niet proberen te wekken. Terecht is in verband
met de kwestie Bavel-Dorst veel aandacht besteed
aan de volksgezondheidsaspecten. Ik herhaal hier
een in de commissie middelen en milieu gedane me
dedeling, inhoudende dat wij naar aanleiding van
een bezoek van de commissie aan de omwonenden van
de vuilstort, in het college het initiatief heb
ben genomen een brief te schrijven naar de inspec
teur van de volksgezondheid. In deze brief hebben
we de inspecteur medegedeeld dat de omwonenden
zich in hun gezondheidssituatie bedreigd voelen of
weten. Dit signaal hebben we aan de inspecteur
doorgegeven, opdat hij er zijn voordeel mee zou
kunnen doen. Inmiddels is mij dezer dagen gebleken
dat de inspecteur van de volksgezondheid over de
ze situatie overleg pleegt met de minister.
Dat Driekoningenoord de volle aandacht van
het college heeft, moge bekend zijn.
Van milieu naar beplantingen is een kleine
stap. Naar aanleiding van een opmerking van me
vrouw Van Rooij kan ik zeggen dat het concept-
groenstructuurplan voor Breda eind april 1983 bij