576 16 MAART 1983 ik hebben er gesprekken met het energie- en water bedrijf over gevoerd en er zal een invulling komen die het gezicht van het bedrijf naar buiten zal veranderen, in het voordeel van de Bredase consu ment. Ik ga niet in op de reductie van tarieven en het lage vastrecht. Dat onderwerp schuif ik in de tarieven- en woonlastennota waarmee men over zes maanden zal worden geconfronteerd. Eén schot voor de boeg: een systeem met een laag vastrechtbedrag en een progressief verbruikstariefwaarbij dege nen die meer gebruiken ook naar verhouding meer betalen, zou wel eens nu juist niet in het voor deel kunnen zijn van de mensen die wij bedoelen. Op basis van bepaalde studies liggen feiten op ta fel die in die richting wijzen. Dit punt zal in de tarievennota worden behandeld, maar ik verwacht op voorhand niet dat een kritische beoordeling positief zal uitvallen. De stadsverwarming komt elk jaar opnieuw aan de orde en er wordt elk jaar hetzelfde over ge zegd. Ik denk dat we nog steeds moeten blijven verwijzen naar standpunten van de NEOM, de KEMA en de adviesraad, inhoudende dat de huidige aanpak juist is. Wild-west-verhalen waarin men zegt dat de stadsverwarming moet worden afgebroken en naar de sloper moet, getuigen van enige onzorgvuldig heid: ik denk dat we die kant niet uit kunnen. Wèl ben ik van mening dat de situatie met betrek king tot de stadsverwarming kritisch moet (kunnen) worden gevolgd. Ik vond het jammer dat mag je ook wel eens kwijt dat op een extra bijeenkomst die wij laatst in het informatiecentrum Haagse Beemden hebben belegd om in een informele sfeer nader van gedachten te wisselen, de belangstelling nogal tegenviel. Als dat bijzondere oorzaken had, zijn wij best bereid nog enkele vervolgbijeenkom sten in de informele sfeer te beleggen, waarop het stadsverwarmingsproject onder meer in financieel opzicht aan de orde kan komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 576