16 MAART.. 1983
585
gebied geldende nota's hoge prioriteit hebben ge
geven. De onderwijsstimulering komt, tezamen met
de zojuist door mij aangeduide overlegstructuur,
het komende jaar voor aanpak in aanmerking.
Een ander punt waarop de heer Dreef is inge
gaan, is de emancipatie binnen het onderwijs,
waarover ik het volgende zou willen zeggen. Formeel
fe_ heeft een ieder gelijke rechten op onderwijs en op
;n vorming, maar in onze samenleving zien wij toch
ran ongelijkheid in kansen naar geslacht, naar soci-
- aal-economisch milieu en naar etnische achter-
■t- grond; ik noem dan maar even drie hoofdgroepen op.
Het spreekt vanzelf dat wij als gemeentebestuur,
in maar ook en bovenal ik herhaal het als be-
.e voegd gezag van het openbaar onderwijs, een bij-
>n- drage willen, maar ook moeten leveren om zo veel
mogelijk drempels te slechten. Gelukkig zijn wij
iet tot het leveren van zo'n bijdrage in staat. De
i heer Dreef heeft naar ik aanneem niet de bedoeling
mij een opsomming van allerlei activiteiten en een
re nauwkeurige beschrijving van.de gang van zaken te
ontlokken. Ik voel mij nauwelijks bekwaam om aan
L te geven hoe dit alles in zijn werk gaat, maar ik
ca- meen wel de navolgende typering te kunnen geven,
i Het begint feitelijk met de aanschaf en de stimu-
om lering van het gebruik van roldoorbrekende leer-
en hulpmiddelen en vervolgens hebben we te maken
met een scala van activiteiten, tot en met ge-
380 bruikmaking van de mede door de ministeries van
onderwijs en W.V.C. ontwikkelde projecten en pu-
blikaties. Uiteraard worden de leerkrachten voort
durend geattendeerd op het grote belang dat werken
met het beschikbare materiaal heeft. Hopelijk zal
te zijner tijd als gevolg van de nota een stede
lijk stimuleringsbeleid worden ontwikkeld, waarin
scholen, met elkaar samenwerkend, komen tot een
werkelijke vergroting van kansen voor leerlingen.
Een dergelijke ontwikkeling is wenselijk en kan
eigenlijk alleen optreden bij een intensieve hulp
verlening/begeleiding van de schooladvies- en -be
geleidingsdienst.