588 16 MAART 1983 het bestaan in hoge mate onzeker is geworden. Ik neem enige afstand van betogen waarin de huidige economische teruggang wordt gerelateerd aan de economische orde die in Nederland opgeld doet: het kapitalistisch systeem en het winstsysteem. In het bijzonder aan het adres van de heer Dreef maar het is niet meer dan een randopmerking zeg ik. De heer DREEF: U praat dan namens het colle ge, hè? Wethouder SANDBERG: Ja, nog steeds en dat blijf ik doen. Ik meen ook namens het college te kunnen constateren dat geen economische orde, waar ook ter wereld, bestand is tegen de huidige econo mische recessie. Integendeel: mijn opvatting is nog steeds dat het Nederlandse systeem, ondanks al zijn feilen iedereen in het college geeft toe dat die er zijn het kapitalistische sys teem waarmee wij werken en waarop wij onze wel vaart baseren, per definitie de veerkracht bezit om ons straks wellicht in andere omstandigheden het dal uit te laten komen waar we ons thans in bevinden. Men kan natuurlijk van mening verschil len over de op landelijk niveau genomen en te ne men bezuinigingsmaatregelen daarover hoeven we niet met elkaar te twisten maar ik denk dat ieder kabinet, van welke signatuur ook, onder de huidige omstandigheden gedwongen zou zijn de te ring naar de nering te zetten. De heer DREEF: Dat hebben we ook bevestigdI Wethouder SANDBERG: Wanneer de heer Dreef alles wat ons nu overkomt toeschrijft aan de bot- te-bijl-methodiek van het huidige kabinet,dan ver oorloof ik mij het niet met hem eens te zijn, of, daar waar ik het met bepaalde maatregelen óók niet eens ben, tenminste andere bewoordingen in voor raad te hebben. Nogmaals: we zitten hier niet in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 588