16 MAART 1983 599 zijn gevallen, alsmede in de omstandigheid dat het moment waarop plannen in uitvoering worden gebracht bepaalt in welk jaar woningen zullen worden opge leverd. In 1983 zullen we zeker achterblijven bij het aantal dat in 1981 en 1982 is gerealiseerd. Met het oog op het in aanvang nemen van de projec ten die we nu aan het voorbereiden zijn, ziet het ernaar uit dat het aantal in 1984 weer wat omhoog zal gaan. De grote vraag is eigenlijk niet zo zeer wat we in 1983 en 1984 doen, want dat beginnen we al echt te overzien. De plannen zijn bekend, de con tingenten kunnen ongeveer worden ingeschat, maar de vraag is wat op net iets langere termijn moge lijk zal zijn. Het aantal woningen in de verschil lende klassen waarvoor de rijksoverheid subsidi eert ik doel op de contingentensfeer is nog al bepalend voor wat we kunnen. Buiten dat aantal worden op het ogenblik slechts enkele tientallen woningen gebouwd, de zgn. vrije-sector-woningen De vraag is naar mijn mening voor Breda in hoge mate: kun je het totaal-contingent aan gesubsi dieerde woningen en met name de woningwetcomponent daarin groot genoeg houden? Ik bedoel dan groot genoeg om de eigen behoefte af te dekken door de mensen die bij ons zijn ingeschreven aan een wo ning te helpen en tevens groot genoeg om de groei- stadtaak waar te makendoor bijvoorbeeld de su burbanisatie tegen te gaan. De enige manier om zinvol over de contingen ten verder te praten is de handelwijze die we op dit ogenblik proberen te volgen en waarbij nog eens wordt onderbouwd waarom we contingenten van een bepaalde omvang nodig hebben. In Nederland worden de contingenten nogal sterk op basis van berekeningsmethodieken toegewezen, terwijl met de keiharde geregistreerde behoefte die aan de toe wijzing ten grondslag zou moeten liggen, veel min der duidelijk rekening wordt gehouden. Breda kan met het puntensysteem waarmee het nu werkt en waarmee het de woningzoekenden in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 599