604
16 MAART 1983
gemaakt. Op het éne moment is wêl, op het andere
moment niet sprake van iets dat juridisch kan wor
den afgedwongen. Wanneer de hier bedoelde ontwik
keling van de huren niet juridisch afdwingbaar is,
moet de gemeente haar toch opleggen en de mensen
bijna adviseren bezwaar te maken, om dan vervol
gens ten opzichte van de rijksoverheid, die juri
disch niets oplegt, maar die wel de financiering
controleert, gedekt te zijn. Dat zijn situaties
waar erg moeilijk mee te leven valt, maar dat ligt
niet zo zeer aan de gemeente Breda, als wel aan
een vreselijk onduidelijk rijksbeleid, ook in
dezen.
Door de P.S.P.-fractie is betoogd, min of
meer als voortzetting op het programakkoord, dat
de onderhoudssituatie van woningen van de gemeen
te omdat we langdurige niet nieuw hebben mogen
bouwen, hebben we ons woningbezit sterker moeten
laten verouderen minder problemen oplevert
als de gemeente zelf massaal aan nieuwbouw gaat
doen. Als we het hierop zouden moeten verdienen,
zouden we, denk ik, een aantal jaren als enige
moeten bouwen. Pas dan zou er evenwicht ontstaan.
Deze aanpak zou niet passen in het beleid dat
steeds is gevoerd en waarbij de rol van de corpo
raties ook landelijk duidelijk is vastgelegd. Bo
vendien meen ik dat we het niet alleen in die
richting moeten zoeken. In het programakkoord is
vastgelegd dat we met de woningbouwverenigingen
willen overleggen over de manier waarop het on
derhoud gezamenlijk effectief kan worden aange
pakt. Ik denk dat het weinig zin heeft op dit mo
ment bij motie stukken van het programakkoord on
deruit te halen of weg te halen zonder dat er po
gingen zijn gedaan om juist die punten verder uit
te werken. Ik meen dat wij op het ogenblik bezig
zijn tot zulke pogingen te komen.
Vervolgens iets over stadsvernieuwingsproces
sen. De laatste tijd is in de sfeer van de stads
vernieuwing nogal duidelijk een aantal probleem
punten naar voren gekomen. Nu we het kleinschalig