616
16 MAART 1983
initiatief in het veld worden waargemaakt. Voor
zover met de opmerking van de V.V.D. inderdaad de
bevordering van een verdere samenhang wordt be
doeld, verwijs ik naar hetgeen ik zoëven zei rond
de genomen besluiten om te komen tot een meer
buurtgericht sociaal-cultureel werk.
Daarnaast heeft de V.V.D. ook gesproken over
een grote hoeveelheid informatie; ook één van
mijn collega's is daarop al ingegaan. Wij meenden
er goed aan te doen de raad en de commissie zo
veel mogelijk van informatie te voorzien en wij
hebben, zoals wij de informatie hebben verstrekt,
geprobeerd tegemoet te komen aan de van de kant
van de raad gebleken behoefte.
In aansluiting op opmerkingen van al mijn
collega's kan ik zeggen dat met name op het wel
zijnsterrein de bezuinigingen een zwaard van Da
mocles vormen dat telkenmale weer omlaag, schiet
en zelfs vaak het welzijn direct raakt. Tot nu toe
is getracht beleidsmatig in te spelen op de be
zuinigingen. Dat is beslist niet de gemakkelijk
ste weg, want het betekent telkens weer dat op
nieuw prioriteiten moeten worden gesteld en keu
zen moeten worden gedaan. Het zal duidelijk zijn
dat het welzijnswerk op dit ogenblik onder een
hevige druk staat, want niet alleen worden con
form beslissingen van college en raad de rijksbe
zuinigingen doorberekend, maar ook heeft de HUG-
operatie op het welzijnswerk duidelijk haar ef
fecten. Als gevolg daarvan is de tijd definitief
voorbij dat nog kan worden gesproken van "franje",
of "het kappen van dor hout". Ook nu echter blijft
het college nog van oordeel dat ook het welzijns
terrein bij de kritische doorlichting betrokken
moet blijven. In het licht van eventueel komende
bezuinigingen moet echter worden erkend dat in
vele opzichten de grens van de mogelijkheden is
bereikt en dat verdere bezuinigingen wezenlijke
en naar wij vrezen als het niet anders kan moge
lijk onherstelbare schade kunnen toebrengen aan
het voorzieningenniveau of onderdelen daarvan. Op