624 16 MAART 1983 Wethouder RöMKENSZo zoudt u het kunnen be grijpen, ware het niet dat ik vervolgens nog wil zeggen: ik zal met wethouder Welschen en met de Stichting B.W.O.B. op 25 maart overleg plegen, teneinde op zo kort mogelijke termijn de conse quenties van het besluit met de mensen van de Stichting B.W.O.B. door te spreken. Uitspraken over een relatie met "De Driesprong" of de Heuvel zijn op dit ogenblik dus prematuur. Bovendien heeft deze raad. De heer DE WERD: De consequenties zijn bekend! Wethouder RöMKENS: ...bij motie uitgesproken dat de consequenties van de bezuinigingen een zaak van de instellingen zelf zijn. Het is niet het college dat een besluit over "De Driesprong" en de Heuvel neemt: de instelling heeft in dezen zelf een verantwoordelijkheid. Overigens heeft de heer De Werd er volkomen gelijk in dat het besluit door het college unaniem is genomen. Ik kom toe aan het maken van enige opmerkin gen over de volksgezondheid. De Wet voorzieningen gezondheidszorg is op komst en door D'66 is ge vraagd, vooruitlopend op de invoeringsmaatregelen die rond juni te verwachten zijn, alvast een begin te maken met het instellen van een commissie ex artikel 23 van bedoelde Wet. Het lijkt ons goed eerst de nader door de landelijke overheid te for muleren voorwaarden af te wachten. Ik doel dan op de omstreeks juni te verwachten algemene maatregel van bestuur. Voorts wijs ik in dit verband op de van rijkswege ook voor juni aangekondigde defini tieve planningsnotade bouwstenennota en op de onderlinge afstemming van de stedelijke en de stadsgewestelijke planning, overeenkomstig de vi sie van de bestuurscommissie van de g.g.d. Kortom, binnen afzienbare tijd zal voor de commissie dui delijk zijn waaraan moet worden gewerkt. Wij wil len dan ook graag het initiatief van D'66 honore ren, om vervolgens op zo kort mogelijke termijn op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 624