626
16 MAART 1983
onjuist van de hand wijzen. Het is alleen zo dat
in incidentele situaties op individuele gronden,
ongeacht tot welke categorie een cliënt behoort,
door het college voor de verlening van bijstand
aanvullende financiële hulp kan worden geboden,
hetgeen overigens ook geregeld gebeurt.
Door de P.S.P. is aandacht gevraagd voor de
bijzondere situatie waarin minder bedeelden bij
onverwachte afsluiting van gas en elektriciteit
zouden kunnen komen te verkeren; de heer Van Dun
is daarop al ingegaan. Tussen g.s.d., EnWa-bedrijf
en woningbedrijf zijn ter zake duidelijke afspra
ken gemaakt. Wanneer dergelijke situaties dreigen
te ontstaan, wordt eerst verwezen naar de g.s.d.
voor eventuele financiële bemiddeling en in de
tussentijd zal geen afsluiting plaatsvinden.
De Partij van de Arbeid vraagt naar de rol
van de g.s.d. als beleidsadviserende instantie met
betrekking tot de vaststelling van tarieven en be
lastingen. Wij zijn van mening dat de g.s.d. een
duidelijk signalerende functie heeft en dat het te
ver gaat de g.s.d. als beleidsadviserende instan
tie bij de definiteve vaststelling van de tarieven
te betrekken.
Zoals men weet heeft het college besloten ten
aanzien van het sociaal-cultureel werk voor werk
lozen niet op wettelijke maatregelen vooruit te
lopen. Wèl zal binnen afzienbare tijd een notitie
in het college aan de orde komen om na te gaan wat
de mogelijke consequenties van het nieuwe artikel
36 W.W.V. zijn en in hoeverre in verband daarmee
maatregelen moeten worden genomen.
Door praktisch alle fracties is aandacht ge
vraagd voor de druk op de g.s.d. als uitvoerings
instantie voor A.B.W. en R.W.W. Ter illustratie
kan worden opgemerkt dat in vergelijking met 1981
het aantal cliënten met ruim 50% is toegenomen tot
10.800, zodat we de heer Dreef wees er terecht
op moeten constateren dat ruim 20.000 tot
25.000 Bredanaars van een uitkering van de g.s.d.
afhankelijk zijn. Deze toename zal ook in de