628
16 MAART 1983
ten aanzien van de inhoud van de nota, de conse
quenties daarvan en de mogelijke oplossingen heeft
bepaald.
Terecht heeft de P.S.P. gewezen op het ge
meentelijk aandeel van 10% in de kosten van bij
standsverlening. Ik ben het ermee eens dat de ge
meente hier met een bijzondere zware financiële
last wordt geconfronteerd. In twee jaar tijd heeft
:de groei van de werkloosheid netto voor de gemeen
te tot gevolg gehad dat voor bijstandsverlening
ruim 8 miljoen méér moest worden uitgegeven. De
«extra kosten van de uitvoering zijn daarin dan nog
niet begrepen. Via V.N.G. en Divosa is hiervoor
bij herhaling aandacht gevraagd. Tijdens het over
leg van portefeuillehouders van grote Brabantse
steden heb ik het initiatief genomen tot een be
richt aan minister en vaste Kamercommissie over de
consequenties van een eventuele invoering van het
niet meer verstrekken van W.W.V. aan jongeren be
neden 23 jaar, die dan rechtstreeks voor een
R.W.W.-uitkering in aanmerking komen. Deze conse
quenties komen voor de gemeente Breda op een last
«van 1,5 miljoen neer, terwijl daarnaast het niet
meer in de 100%-regeling laten vallen van de wa
genbewoners voor de gemeente een kostenfactor van
400.000,betekent. Ik ondersteun graag de op
vatting van de P.S.P. omtrent de wenselijkheid van
een wijziging in de van rijkswege vastgestelde
normen in relatie tot de 10%. Ik wijs op de verre
gaande consequenties voor het totale gemeentelijke
beleid en het welzijnsbeleid in het bijzonder.
Wat de "testachtige" vragen van de heer Dreef
betreft: ik meen in de loop van mijn betoog duide
lijk te hebben aangegeven dat de bezuinigingen
met name in de sector welzijn verregaande conse
quenties hebben, maar dat dit college aan de an
dere kant probeert parlementaire besluiten zo goed
mogelijk te vertalen, met behoud van een optimale
dienstverlening. De vraag naar de mogelijkheid tot
het creëren van werkgelegenheid is eigenlijk een
beetje wrang, aangezien we eerder worden