632
16 MAART 1983
vrije tijd en over het grote aantal niet-actieven.
Veel minder dan in het verleden kan de mens zich
in en door het werk vormen. Kunst en cultuur zijn
bij uitstek mogelijkheden tot ontwikkeling van de
persoon. Ik ben het volledig met de heer Hendricks
eens dat cultuur herkenbaar dient te zijn en er is
dan ook volstrekt geen sprake van wegmoffelen. Het
zou mijns inziens van wijsheid getuigen indien
niet meer zou worden gesproken van lichte, zware,
harde of zachte portefeuilles.
De alinea die in het programakkoord aan het
cultuurbeleid wordt gewijd, is mager. Het zal aan
ons en aan onze medewerkers niet liggen als deze
alinea qua tekst en in de praktijk niet uitdijt.
Wij streven wel degelijk naar een uitbreiding,
niet om de groei op zich, maar vanwege het uitzon
derlijke belang voor een leefbare samenleving.
Kunst en cultuur willen niet weerloos maar weer
baar zijn. Daarop is de samenwerking in het over
leg van de directeuren in de culturele sector ge-
ent. Het overleg staat voor samenhang, een aan de
stad aangepast voorzieningenniveau en kwaliteit
van de voorzieningen, waarin creativiteit en expe
riment naast elkaar gaan. Juist nu zal ook dit
platform zijn waarde bij de bezuinigingen moeten
bewijzen. In dit verband herinner ik aan de vragen
van de heer Dreef over de toegankelijkheid en be
reikbaarheid van voorzieningen voor iedereen. Te
gen deze achtergrond wordt ook voortdurend overleg
met de besturen en groeperingen gepleegd. Ik meen
te mogen zeggen dat dat overleg succes heeft, zo
als recentelijk uit het geweldige succes van de
amateurmanifestatie is gebleken. Door verscheidene
raadsleden is daarover met lof gesproken.
Mevrouw Van Rooij heeft het een en ander ge
zegd over de kunstzinnige vorming. Er is wat dat
betreft een concept-notitiedie ook in de in
spraak is geweest. De definitieve versie was voor
deze begrotingsbehandeling toegezegd, maar is toch
uitgebleven, waaraan enigeoorzaken ten grondslag
liggen. Het beleid van de provincie is er niet