636
16 MAART 1983
amateuristische kunstbeoefening, historie en mo
numentenbeleid. Via toewijzing van budget voor de
diverse onderdelen wordt getracht deze in even
wicht te brengen. Daarbij worden reeds als belang
rijkste criteria gehanteerd: samenhang, bereik
baarheid, kwaliteit en prioriteit uit het beleids
programma. Door de aard van de voorzieningen en
door de bijdragen die voor de onderdelen van rijk
en provincie worden verkregen is het niet mogelijk
voor deze onderdelen naast de zojuist genoemde al
gemene criteria ook nog gelijke en specifieke cri
teria op te stellen. Een kunst- en cultuurbeleid
vraagt ook niet zo zeer regels als wel flexibili
teit. De zorg is thans meer van financiële dan van
regulerende aard. Ik zie overigens dat de heer De
Werd mij zeer vriendelijk toelacht! Het beleid zal
in deze tijd van financiële schaarste gericht zijn
op het veilig stellen van activiteiten, eventueel
ten laste van vaste lasten.
Ik kom tot de sector jeugd, sport en recrea
tie. Mevrouw Van Rooij heeft geconstateerd dat de
dienst onder grote druk staat. Voor deze druk op
de dienst kan worden verwezen naar de toelichting
bij de begroting 1983 van de dienst. Daarin is
uitgebreid weergegeven welke onderwerpen inderdaad
tot een grote werkdruk leiden. Genoemd zijn, naast
de inderdaad grote problemen op het gebied van
jeugd en jongeren en de andere beleidswerkzaamhe-
den, ook onderwerpen als democratische planning,
inspraakactiviteiten en beleidsafstemming met an
dere sectoren. Ook de aanpak van de jeugdwerkloos
heid moet in dit verband worden vermeld, evenals
de organisatie van de E.A.J.-projecten en de HUG-
operatie.Ter illustratie moge dienen dat de dienst
op dit ogenblik behalve voor mijzelf als uitvloei
sel van het programakkoord werkzaamheden verricht
voor drie andere portefeuilles, namelijk die van
mijn collega's Sandberg, Römkens en Welschen. Door
deze werkdruk hebben zich misschien in eerste in
stantie problemen voorgedaan. Er zijn aanpassings
moeilijkheden geweest, maar op dit moment wordt